Goede weerstand

Virussen liggen altijd wel op de loer. Een verkoudheid of griepje is zo opgepikt. Alle reden om te zorgen dat je weerstand goed is, want daarmee bescherm je jezelf. Zeker als je diabetes hebt. We geven je een aantal tips.

Zorg goed voor je lijf

Zo werk je aan een goede weerstand als je diabetes hebt:

• Tel je koolhydraten, houd rekening met je hoeveelheid beweging en je medicatie. Corrigeer je bloedsuikerwaarden als die te hoog zijn. Probeer ze tussen de 4 en de 10 mmol/l te houden. Dan is je weerstand het beste.
• Eet zo gezond mogelijk. Krijg je onvoldoende vitaminen binnen? Neem dan extra. Bekijk de maximale dosering van vitaminen op de site van het Voedingscentrum.
• Zorg voor voldoende frisse lucht. Ga iedere dag naar buiten. En ventileer je huis. Bij een goede ventilatie kunnen virussen zich minder makkelijk verspreiden.
• Beweeg voldoende. Het algemene advies is om  in totaal 2,5 uur per week een matig of zwaar intensieve inspanning te doen. het liefs verspreid over meerdere dagen. En doe minstens 2x per week spier- en botversterkende oefeningen. Oudere mensen doen er ook goed aan balansoefeningen te doen. En meer bewegen is natuurlijk nog beter. Want een fit lijf is minder gevoelig voor virussen.
• Slaap iedere nacht de 7 tot 8 uur in een kamer van rond de 18 graden. Een goed uitgerust lijf kan virussen beter tegenhouden.
• Voorkom stress. Als je vaak stress hebt, ben je vatbaarder voor ziektes.
• Doe iedere dag iets wat je leuk vindt en waar je energie van krijgt. Als je gelukkig bent, is je lijf ook minder kwetsbaar.
• Drink voldoende water om je vochtbalans op peil te houden. Een goede vochtbalans maakt je lichaam weerbaarder.

Let op besmettingsbronnen

Je kunt op verschillende manieren besmet raken met een virus of bacterie. Een besmetting helemaal voorkomen is lastig, maar je kunt de kans wel verkleinen. Dit kun je doen:

• Was regelmatig je handen, onder andere als je naar het toilet bent geweest. Gebruik iedere dag schone hand- en vaatdoeken. 
• Schud geen handen en kus niet als je iemand begroet.
• Gebruik geen kopjes en glazen van anderen. Of was ze eerst goed af met afwasmiddel.
• Heeft iemand verkoudheidsklachten of griep  Ga dan even niet op bezoek. 
• Vraag mensen om je heen in de binnenkant van hun elleboog te hoesten en niezen.
• Maak de afstandsbediening, je telefoon, het toetsenbord en deurklinken regelmatig schoon. Gebruik daarvoor een alcohol- of brillenpoetsdoekje.
• Gebruik een papieren zakdoekje maar 1 keer en gooi het meteen weg.
• Was je beddengoed minstens 1 keer per week. Het is goed om je kussensloop zelfs vaker te wassen.
• Zet je tandenborstel niet in een bekertje met andere tandenborstels. Poets je elektrisch? Vervang dan regelmatig het borsteltje.
• Doe je afwasborstel wekelijks in de vaatwasser (minstens 60°C). Of zet 'm een uurtje in een heet badje met sop en azijn.