Sport en bewegen hebben een positief effect op je lichaam, je gewicht en je bloedglucosewaarden. En je verkleint de kans op complicaties bij diabetes. We geven tips om meer te bewegen. Hoe sport je veilig, hoe begin je met sporten en hoe houd je je bloedglucosewaarden onder controle?
Bewegen houdt je fit en vermindert stress. Het kan er ook voor zorgen dat je minder medijnen nodig hebt als je diabetes type 2 hebt. Wil je intensiever gaan sporten? Dat kan best spannend zijn. Sommige mensen zijn bang voor hypo’s. Maar sport en diabetes kunnen prima samen gaan, zowel bij diabetes type 1 als bij diabetes type 2. Vergeet niet: er zijn topsporters met diabetes.
Wil je beginnen met sporten? Maak een plan en zet dit op papier. Zo houd je het gemakkelijker vol.
Tip 1: Stel jezelf de vraag waarom je wilt gaan sporten? Wil je je beter voelen? Wil je soepeler blijven? Wil je gewicht verliezen? Wil je sterker worden? Wil je meer energie krijgen? Wil je je minder stress voelen? Wil je fit blijven? Wil je het risico op complicaties verminderen?
Tip 2: Schrijf je doelen op. Dit motiveert en een behaald doel voelt goed! Let er op dat je doelen realistisch zijn. Check dit bij je zorgverlener of je trainer.
Tip 3: Doe iets wat je leuk vindt en probeer dat uit! Er is zoveel keuze: wandelen, zwemmen, golfen, fietsen, joggen, dansen, yoga, tai chi, handbal, basketbal, volleybal en badminton.
Tip 4: Stel een trainingsprogramma op aan de hand van je doelen. Doe dit samen met je zorgverlener of met je trainer.
Tip 5: Houd je vorderingen bij. Wat heb je gedaan? Hoe ging het? Hoe voelde je je? Welke problemen kwam je tegen? Dit kan helpen bij het stellen van nieuwe doelen of bij het aanpassen van je trainingsprogramma.
Tip 6: Beloon jezelf. Heb je een doel gehaald? Trakteer jezelf!
Tip 7: Geef niet op! Lukt je eerste poging niet, probeer het dan nog een keer. Of kies voor een andere bewegingsvorm. Het belangrijkste is dat je actief wordt en blijft!
Sport en bewegen hebben een positief effect op je lichaam. Sport beïnvloedt ook je bloedglucosewaarde: die gaat omlaag en je kunt een hypo krijgen. Door je bloedglucosewaarden te meten, kun je op tijd reageren en een hypo voorkomen. Hieronder vind je tips om hypo’s te voorkomen. Deze kunnen van persoon tot persoon verschillen. Overleg met je zorgverlener en probeer uit wat voor jou werkt.
Meet voor het sporten altijd je bloedglucosewaarde. Is deze boven de 8 mmol/l en onder de 16 mmol/l, dan kun je gaan sporten!
Tijdens het sporten loop je het risico op hypo’s. Die kun je voorkomen door voor het sporten minder insuline te geven of wat extra koolhydraten te nemen. Overleg dit altijd met je zorgverlener. Wanneer je begint met sporten is de bloedglucose iets hoger, maar deze gaat door de inspanning weer omlaag. Blijf ook voldoende drinken. Bij inspannende activiteiten drink je een 0,5 tot 1 liter per uur.
Je spiercellen vullen na het sporten hun glucosevoorraad aan, met glucose uit je bloed. Voornamelijk de eerste twee uur na het sporten. De toegenomen insulinegevoeligheid door het sporten kan nog wel 24-48 uur aanhouden. Je moet dus extra controleren, om een hypo achteraf te voorkomen.
Doe iets wat bij je past en waar jij blij van wordt. Bouw het rustig op en ontdek wat het effect van sporten is op jouw lichaam. Er zijn sportscholen die zich specifiek ook richten op mensen met diabetes. Informeer bij jouw sportschool of ze kennis hebben over diabetes, complicaties, hypo’s en hypers.
Voluit leven met diabetes. Dat is waar Diabetesvereniging Nederland voor staat. Samen zetten we ons in voor goede zorg en een beter leven voor alle mensen met diabetes.