Diabetes type 1 is een blijvende ziekte waarbij je alvleesklier geen insuline meer maakt. Je moet jezelf daarom insuline toedienen met een pen of een pomp. In Nederland hebben ongeveer 100.000 mensen deze vorm van diabetes.
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. Dit betekent dat je eigen afweersysteem de bètacellen in je alvleesklier uitzet. Dit zijn de cellen die insuline maken. Je lichaam heeft insuline nodig. Insuline zorgt ervoor dat de glucose (suiker) uit je voeding naar je lichaamscellen gaat. Gebeurt dit niet, dan blijft de glucose in je bloed. Je krijgt dan te hoge bloedglucosewaarden. Dit kan vervelende gevolgen hebben als je langer diabetes hebt.
Meer weten? Lees ook over diabetes type 1 op diabetes.nl.
Hoe je diabetes type 1 krijgt, is nog niet bekend. Genetische aanleg en erfelijkheid spelen soms een rol. Als er iemand in jouw familie type 1 heeft is de kans groter dat jij het ook krijgt. Als één van jouw ouders het heeft, is de kans dat jij het ook krijgt ongeveer 5%. Maar bij de meeste mensen met diabetes type 1 komt het helemaal niet in de familie voor. Er zijn namelijk ook andere mogelijke oorzaken, zoals virussen, voeding en milieufactoren.
Het is vaak moeilijk om diabetes te herkennen. De symptomen van type 1 diabetes passen ook bij andere aandoeningen en ziektes. Een arts moet de diagnose stellen. Vaak genoemde klachten zijn:
Herken je deze klachten, ga dan naar je huisarts. Je huisarts prikt een druppeltje bloed en meet je bloedglucosewaarde. Is deze hoger dan 11 mmol/l (millimol per liter bloed), dan is een tweede ‘nuchtere’ meting nodig. Hiervoor mag je acht uur van tevoren niet eten of drinken. Is de waarde dan hoger dan 6 mmol/l, dan heb je diabetes.
Diabetes type 1 behandel je met insuline. Dit doe je met een insulinepen of een insulinepomp. Het doel is dat je bloedglucosewaarden tussen de 4 en 10 mmol/l blijven. De behandeling bestaat uit een combinatie van leefstijl en medicijnen. Lees ook over behandeling van diabetes type 1 op diabetes.nl
Ook wordt er gekeken naar je leefstijl, bijvoorbeeld hoeveel je beweegt en wat je eet. Wat je eet en drinkt heeft namelijk veel invloed op je glucosewaarden. Je kunt hierover meer lezen. Bijvoorbeeld op Hoe eet je gezond met diabetes of bij Leefstijl en voeding op diabetes.nl.
Ik ben direct erg op mijn eten gaan letten. Maar ik vind ook dat ik af en toe mag zondigen.
Laura, 32 jaar
De honeymoonfase (wittebroodsweken) van diabetes type 1 is de periode kort na de diagnose. Deze vorm van diabetes ontstaat doordat het eigen immuunsysteem de cellen in de alvleesklier kapotmaakt die insuline maken. In het begin maken deze bètacellen nog wel wat insuline aan. Het voordeel is dat type 1 daardoor in het begin nog makkelijk te regelen is. Daardoor kan het zijn dat je na de honeymoonfase teleurgesteld raakt omdat het regelen dan moeilijker wordt.
Wetenschappers proberen om het kapotmaken van de T-lymfocyten (de cellen die de bètacellen kapotmaken) af te remmen. Dan zou er een soort eeuwige honeymoonfase ontstaan.
Van type 1 diabetes kun je niet voorkomen en niet genezen. Als je het hebt, moet je de rest van je leven insuline toedienen om je bloedsuiker te regelen. Als het toedienen van insuline niet meer werkt, kan soms een transplantatie van de alvleesklier nodig zijn. Na een transplantatie kan de aanmaak van insuline weer op gang komen als de donor-alvleesklier goed blijft werken. Als dat gebeurt, dan heb je geen diabetes meer en hoef je geen insuline meer toe te dienen. Een transplantatie is een ingrijpende operatie, je komt er niet zomaar voor in aanmerking en het is ook niet voor iedereen mogelijk.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft onderzoek gedaan naar de levensverwachting van mensen die diabetes type 1 en type 2 hebben. Uit dit onderzoek blijkt dat mensen van 45 jaar met type 1 gemiddeld 13 jaar korter leven dan mensen zonder diabetes. Daarnaast blijkt ook dat mensen met type 1 van 45-60 jaar de kans om te overlijden ongeveer 5 keer groter is voor mensen die geen diabetes hebben. Als mensen ouder worden, wordt dit verschil kleiner. Mensen zonder diabetes krijgen dan vaker ook een ziekte waardoor de kans dat ze overlijden groter wordt.
Diabetes type 1 is gewoon type 1, of toch niet helemaal? Nee, er zijn verschillende vormen van diabetes, we noemen dat subtypen. Tijdens het eerder opgenomen webinar verschillen binnen diabetes type 1 vertelt dr. Henk-Jan Aanstoot over deze subtypen. Dr. Henk-Jan Aanstoot is kinderarts en oprichter van Diabeter.
Voeding, beweging, medicijnen: allemaal hebben ze invloed op je bloedglucosewaarden. Door ervaring en door over je ziekte te leren krijg je meer grip op je diabetes. Door meer kennis over jezelf en diabetes te verzamelen, weet je wat van invloed is op jouw diabetes. En wat je beter wel en niet kunt doen. Kijk bijvoorbeeld eens naar een onlinecursus of e-learning.
Diabetesvereniging biedt verschillende e-learnings, cursussen en webinars aan. Dit is een kleine greep uit de mogelijkheden:
Voluit leven met diabetes. Dat is waar Diabetesvereniging Nederland voor staat. Samen zetten we ons in voor goede zorg en een beter leven voor alle mensen met diabetes.