Nierschade
Door je diabetes kunnen je nieren minder goed gaan werken. Hier merk je in het begin niets van. Het risico op nierschade is groter als je al jaren diabetes hebt en niet goed ingesteld bent. Een jaarlijkse controle is erg belangrijk.

Nierschade door diabetes heet ook wel nefropathie. Het is een ernstige complicatie en ontstaat bij ongeveer 30% van de mensen met diabetes. Bij type 1 begint het vaak na vijftien tot twintig jaar, bij type 2 eerder. Dit komt doordat type 2 vaak later wordt ontdekt. De nierschade is dan al ontstaan voordat je weet dat je diabetes type 2 hebt.
Hoge bloedglucosewaarden zijn schadelijk voor je nieren omdat ze de bloedvaten in de nieren en de nierfilters aantasten. Het precieze mechanisme hierachter is nog niet geheel bekend. Roken, een hoge bloeddruk en een ongezonde leefstijl vergroten het risico op nierproblemen.
Wat doen je nieren?
Je nieren filteren afvalstoffen uit je bloed. Deze afvalstoffen heb je niet meer nodig en ze verlaten je lichaam via je urine. De stoffen die je wel nodig hebt, zoals glucose, eiwitten en mineralen, laten ze in je bloed zitten. Ook regelen je nieren hoeveel vocht je lichaam vasthoudt. Daarnaast regelen je nieren je bloeddruk, het activeren van vitamine D en de aanmaak van belangrijke hormonen.
Als je nieren niet meer goed werken
- Als je nieren beschadigd zijn, blijven er te veel afvalstoffen in je bloed. En tegelijkertijd plas je veel goede stoffen uit. Nieren die minder goed werken, kunnen ook weer een hoge bloeddruk veroorzaken. Waardoor de nieren weer verder beschadigen en de bloeddruk verder stijgt.
- Daarnaast maken de nieren minder of geen hormonen meer aan die je bloeddruk regelen en rode bloedcellen maken. Bij ernstige nierschade kun je bijvoorbeeld bloedarmoede krijgen.
- Bij ernstige nierschade gaat je lichaam meer vocht vasthouden, bijvoorbeeld in de benen. Er kunnen ook te veel zouten in het bloed blijven zitten.
- Vitamine D moet in uw nieren actief gemaakt worden. Bij nierschade lukt dit minder goed. Er is minder actief vitamine D en daardoor minder kalk. Uw botten worden dan zwakker (botontkalking).
Wat merk je van nierschade?
Je merkt pas iets als je nieren zo zijn beschadigd dat ze hun werk niet meer goed kunnen doen. Dan kun je last krijgen van:
- extreme moeheid
- hoofdpijn
- vocht vasthouden
- gebrek aan eetlust
- misselijkheid
- jeuk
- slecht slapen of juist heel veel slapen
- bloedarmoede
- botontkalking
- een gevoel van algehele malaise
Maar er zijn ook mensen die helemaal geen klachten hebben van de nierschade. Dit is een van de redenen dat de jaarlijkse nieren-controle voor mensen met diabetes zo belangrijk is.
Hoe wordt nierschade ontdekt?
Nierschade kan ontdekt worden tijdens je jaarlijkse diabetescontrole. Bij dit onderzoek meten ze je bloeddruk. Ook testen ze via urine-onderzoek of het eiwit albumine in je urine zit. Via bloedonderzoek gaan ze na hoeveel afvalstoffen daarin voorkomen. Hoe meer eiwit in de urine en afvalstoffen in het bloed, hoe groter de nierschade.
Hoe wordt nierschade behandeld?
Je zorgverlener bespreekt de behandelingen met je. Er zijn veel manieren waarop nierschade wordt behandeld. Onderdeel daarvan kan zijn:
- Gebruik van bepaalde typen bloeddrukverlagende medicijnen;
- Een zo goed mogelijke regulatie van je bloedglucose;
- Voedingsadvies: het gebruik van zout beperken en bij ernstige nierproblemen een aangepast dieetadvies;
- Stoppen met roken;
- Dialyse: het overnemen van de nierfunctie door een apparaat. Dit gebeurt als de nieren voor nog maar tien procent of minder functioneren;
- Niertransplantatie: om mensen van de dialyse af te helpen.
Gezond leven is bij nierschade extra belangrijk
Het is erg belangrijk om een gezonde en doordachte levensstijl te adopteren om te voorkomen dat de nierschade erger wordt en om te voorkomen dat je bloedvaten verder beschadigen waardoor je de kans op hart- en vaatziekten als gevolg van de nierschade kleiner maakt.
Wat kun je zelf doen als je nierschade hebt?
Niet verrassend zijn dit dezelfde aandachtspunten die al bij diabetes horen.
- Gezond eten met niet te veel zout (maximaal 6 gram per dag). Soms moet je ook minder eten van sommige voedingsmiddelen. De zorgverlener vertelt er meer over. Lees ook alles over gezond eten in de nieuwe voedingsrichtlijn diabetes.
- Niet roken. Eventueel kan je zorgverlener helpen met advies over stoppen met roken.
- Bewegen. Bewegen verlaagt de bloeddruk en helpt tegen eventueel overgewicht. Kijk op Sport & Bewegen voor alles wat met bewegen en diabetes te maken heeft.
- Afvallen als je overgewicht hebt. Afvallen helpt de diabetes onder controle te houden. Een goed gewicht is dus ook goed voor je nieren.
- Zorg dat je je nieren elk jaar laat controleren
- Geef bij ander medicijngebruik altijd door dat je nierschade hebt, zorg dat je apotheker dit in ieder geval weet
- Gebruik zonder overleg met je zorgverlener geen andere pijnstillers zoals ibuprofen etc.
- Als je de jaarlijkse griepprik niet al haalde, overweeg dan om deze wel jaarlijks te halen
Wat als de nierschade ver gevorderd is?
Als de nierschade te ver gevorderd is om alleen te worden behandeld met medicijnen en leefstijlveranderingen zijn er andere methoden om de werking van de nieren over te nemen. Deze zijn vrij ingrijpend. Je zorgverlener zal je hierin goed begeleiden.
- Dialyse. Een machine haalt afvalstoffen en teveel aan vocht uit het bloed. Dialyse kan thuis of in een dialysecentrum. Het kan overdag (dat duurt 3 tot 4 uur) of ’s nachts (dat duurt 6 tot 10 uur). Dialyse moet een aantal keer per week.Een andere naam is bloed-dialyse of hemodialyse.
- Buikspoeling. Er wordt vloeistof in je buikholte gebracht. Na een paar uur loopt de vloeistof naar buiten, samen met afvalstoffen en teveel aan vocht.Buikspoeling moet elke dag of elke nacht gebeuren. Overdag moet je zelf de vloeistof 4 keer vervangen. ’s Nachts kan een apparaat dit doen. Een andere naam is buik-dialyse of peritoneale dialyse (PD).
- Een donornier. Je krijgt een nier van een donor. Dit is een grote operatie. Na de operatie moet je medicijnen slikken om te voorkomen dat je afweersysteem de donornier aanvalt (dit heet afstoting). Een ander risico is dat je bijwerkingen kunt krijgen van de medicijnen.
Transplantatieregister
Tip: bespreek met je arts, voor je gaat dialyseren, dat je wordt opgenomen in het transplantatieregister. Veel artsen denken er bij diabetes te laat aan.