Een orgaan dat schildklierhormonen aanmaakt. Dit hormoon speelt, via het bloed, een grote rol bij de stofwisseling in je lichaam. Lees meer over schildklieraandoeningen.
Diabetes als gevolg van een andere ziekte of door het gebruik van bepaalde medicijnen of stoffen.
Deze tabletten zorgen ervoor dat je meer glucose uitplast. Hierdoor dalen je bloedglucosewaarden. Lees meer over tabletten.
Bij slaapapneu stokt je ademhaling langer dan 10 seconden, meer dan 10 keer per uur. Lees meer over slaapproblemen.
Dit zou ontstaan als je te veel insuline hebt gebruikt. Je krijgt dan ’s nachts eerst een hypo. Als je lichaam hier uit komt, schiet je door naar een hyper in de ochtend. Het is niet duidelijk of het Somogyi-effect echt bestaat. Lees meer over hypo en hyper.
Een zoetstof. Wordt gebruikt in voedingsmiddelen. Het bestaat uit koolhydraten die zich niet als ‘normale’ koolhydraten gedragen. Ze worden niet of nauwelijks verteerd. Hierdoor tellen ze niet mee bij een koolhydraatarm of beperkt dieet. Lees meer over koolhydraten.
Een injectie in het onderhuids weefsel, zoals het geval bij het spuiten van insuline. Lees meer over insuline spuiten.
Club voor kinderen met diabetes tot 16 jaar. Onderdeel van DVN. Doel is kinderen op een speelse manier leren om te gaan met hun aandoening, lotgenoten ontmoeten en zich niet alleen te laten voelen. Lees meer over de SugarKidsClub.
Suiker behoort tot de koolhydraten. Er zijn veel benamingen voor suiker, namelijk: moutsuiker, maltose, maplesiroop, invertsuiker, vruchtensuiker, melksuiker, rijststroop, glucose-fructosestroop, fructose, glucosestroop, kristalsuiker, sacharose, lactose, vruchtenconcentraat, druivensuiker, vruchtensap, rietsuiker, trehalose, honing, agavesiroop, dextrose, melasse, galactose, isoglucose. Lees meer over koolhydraten.
Medicijnen bij de behandeling van diabetes type 2 en MODY, die de alvleesklier stimuleren om meer insuline te maken. Lees meer over tabletten.
Synthetische (humane) insuline wordt geproduceerd met behulp van Recombinant DNA-technologie. Hierbij wordt menselijk DNA ingebracht in een bacterie (E coli-gastcel). Als deze cellen zich vervolgens voortplanten en groeien, produceren ze een synthetische versie van menselijke insuline.