De invloed van warm weer op diabetes
Gebruik je insuline voor je diabetes, dan komt dit sneller in je bloed terecht als het een warme dag is. Ook als je tabletten voor je diabetes gebruikt, hoef je bij warm weer soms minder te slikken.
Warmte stimuleert namelijk de doorbloeding. Doordat de insuline en tabletten sneller door je lichaam worden opgenomen, merk je sneller het effect ervan. Daardoor heb je mogelijk minder medicatie nodig en ben je gevoeliger voor een hypo.
Sommige mensen hebben in warm weer juist extra insuline of medicatie nodig. Door hittestress kan het zijn dat ze extra insuline gebruiken.
Verandering in temperatuur kan dus voor mensen verschillend werken.
Diabetes en warm weer. Dit zijn onze tips
Veel drinken bij warm weer is nog belangrijker als je diabetes hebt. Bij uitdroging gaat insuline namelijk moeilijker naar de bloedbaan. Daardoor werkt de insuline minder goed. Drink daarom 1,5 tot 2 liter water per dag.
Merk je dat je minder vaak naar het toilet moet dan normaal? Bijvoorbeeld als je veel beweegt of zweet. Drink dan nog meer water.
De sensor van de FreeStyle Libre geeft soms onjuiste waardes bij vochttekort.
Drink ook meer water als je een SGLT2-remmer gebruikt. Uitdroging kan dan extra gevaarlijk zijn. Soms is ORS (Oral Rehydration Solution) tegen uitdroging een goede oplossing. Dit is een mengsel van zout en suiker. Je kunt het kopen bij de apotheek en de drogist.
Let op: Gebruik je een SGLT2-remmer en denk je dat je uitgedroogd bent? Bel dan meteen een arts.
Heb je last van hartfalen, dan gelden andere maatregelen voor drinken en uitdroging te voorkomen. Doe in dat geval wat je met je behandelaar hebt afgesproken.
Gebruik zonnebrand met een hoge beschermingsfactor. Verbranding kan je diabetes ontregelen. Ben je toch verbrand? Let er dan op dat je bloedsuikerwaarden niet te hoog worden, drink voldoende water en smeer je in met een verkoelende huidcrème of after-sun.
Ga niet direct na het spuiten van insuline in de zon liggen of zitten. Door de warmte wordt de insuline extra snel opgenomen en kun je een hypo krijgen. Wacht liever even en eet eerst iets.
- Bekijk of check je bloedglucosewaarden vaker
Warm weer heeft vaak ongemerkt invloed op je bloedglucosewaarden. Meet daarom extra als je een bloedglucosemeter gebruikt, zodat je hierop kunt reageren.
- Houd je medicatie uit de zon en koel
Insuline, glucagon en teststrips mogen niet worden bewaard in de warme zon. Door extreme warmte kunnen ze minder goed gaan werken. Ook je tabletten kun je beter niet in de volle zon leggen.
Bewaar je medicatie daarom altijd in een koelbox, koeltasje of frio-tasje op een temperatuur tussen de 2 en 8 graden. Leg het niet te dicht bij de koelelementen. Je medicatie mag niet bevriezen. Bevriest je insuline in je koelbox of frio-tasje? Gebruik het dan niet meer.
Let er verder op dat je een aangebroken insulinepatroon of -flacon altijd uit de zon houdt. Leg geen insuline in de kofferbak van de auto. Ook moet je je medicijnen niet in je auto laten liggen. In de volle zon kan het in de auto binnen een uur 60 graden worden.
Tip van hetTrefpunt: Heb je geen stroom om je insuline koel te bewaren? Doe de insuline dan in een plastic zakje. Knoop dit zakje dicht en doe er een vochtig washandje omheen. Doe dit in een plastic zakje en laat dit zakje open. Doordat het water is het washandje langzaam verdampt, blijft de insuline koel. Je moet wel elke dag het washandje vochtig maken.
- Houd je insulinepomp uit de zon
Het is belangrijk dat je insulinepomp niet te warm wordt.
Hoe fijn het ook is met warm weer, loop toch zo min mogelijk op blote voeten. Zo voorkom je wondjes. Controleer je voeten iedere avond voordat je gaat slapen. Lees alles over een goede voetverzorging.
Een wijntje of een biertje op het terras in de zon klinkt verleidelijk, maar wees voorzichtig. Alcohol en een SU-preparaat of insuline gaan niet goed samen.
Bij meer dan 1-2 glazen alcohol vergroot je de kans op te lage bloedglucosewaarden in de nacht als je deze medicatie gebruikt.
Drink je meerdere glazen alcohol? Neem dan voor het slapengaan een boterham en water. Zo kun je een hypo en uitdroging voorkomen.
Bij warm weer eet je vaak anders. Bijvoorbeeld een ijsje of andere zomerse tussendoortjes.
Wil je op een zomerse dag lekker lang aan tafel zitten of op een later tijdstip eten? Geen probleem! Slik je tablet of spuit je langwerkende insuline een uur of twee later.
- Bewegen kost meer energie
Houd er rekening mee dat bewegen met warm weer (zwemmen, wandelen, etc.) meer energie kost. Dit kan leiden tot lage bloedsuikers.
- Neem een extra infuusset, pleister of sensor mee
Pleisters van infuussets, draadloze pompen en sensoren kunnen door water, zweet en zonnebrandcrèmes soms loslaten. Neem daarom – vooral als je langer van huis bent – extra pleisters, infuurssets of sensoren mee.
Een pleister heeft twee uur of langer nodig om goed te hechten. Breng dus niet vlak voordat je gaat zwemmen een nieuwe aan.
Heb je vaak plakproblemen? Misschien heb je wat aan de volgende tips:
- Smeer geen bodylotion of zonnebrandcrème op je huid voordat je de pleister plakt.
- Soms helpt het om de huid eerst schoon te maken met alcoholdoekjes. Laat de huid eerst goed drogen, voordat je de pleister plakt.
- Groeien er haartjes op de plek waar je de pleister plakt? Scheer die dan weg. Je kunt de huid daar ook waxen.
- Misschien helpt het om je sensor, pomp of infuusset op een andere plek op je lichaam te dragen.
Daarnaast zijn er verschillende producten die je kunt gebruiken, zoals:
- Skin Tac Wipes. Dit zijn doekjes met sterke lijm. Die smeer je op je huid en daarop plaats je de sensor.
- Verschillende soorten fixatiepleisters.
- Fixomull stretch, te koop bij DVN winkel en de apotheek. Je kunt daar bijvoorbeeld een ring van knippen die je om je sensor plakt over de rand van de pleister.
- Opsite Flexigrid. Dit is een transparante, waterdichte folie die je over je sensor heen kunt plakken.
- Ditzelfde geldt voor Tegaderm en Mepitac fixatiepleister.
- Elastische sporttape, zoals kinesiotape.
Heb je een insulinepomp? Kijk even in de handleiding of op de website van de fabrikant of je met je pomp kunt zwemmen en duiken. Kan dit? Check dan ook hoe lang je onder water mag blijven en hoe diep je kunt.
Is je insulinepomp niet waterdicht? Koppel hem dan af voordat je gaat zwemmen. Koppel je de pomp langer dan een uur af? Spuit vervangend kortwerkende insuline. Vergeet niet de pomp na het zwemmen weer aan te koppelen!
Let op: er is een verschil tussen ‘waterdicht’ en ‘waterbestendig of spatwaterdicht’. Waterbestendig of spatwaterdicht betekent dat het niet erg is als je pomp een beetje nat wordt, maar hij kan niet helemaal onder water.
Pas op voor hypo's bij het gebruik van sulfonyl-ureumderivaten
Gebruik je sulfonyl-ureumderivaten (SU's), dan heb je meer kans op een hypo bij warm weer. Door de combinatie van de warmte én de tabletten wordt je bloedglucosewaarde dubbel beïnvloedt. Houd je waardes daarom extra goed in de gaten.
Bewaar je tabletten in de originele verpakking
op een donkere, koele plaats, bijvoorbeeld in
een flanellen doek of een schone sok.
Heb je twijfels of ben je onzeker?
Zoek dan contact met je arts of diabetesverpleegkundige. Overleg bijvoorbeeld of je voor een stranddag je insuline iets lager moet doseren of het aantal tabletten moet verminderen.