- Vertel je medepassagiers dat je diabetes hebt. Leg uit wat ze moeten doen als jij een hypo krijgt.
- Meet of bekijk voor vertrek je bloedglucosewaarde. Het is het veiligst als die tussen 6 en 15 mmol/l is.
- Is je bloedglucosewaarde te laag voordat je gaat rijden? Neem dan snelwerkende koolhydraten, zoals druivensuiker, limonadesiroop of frisdrank. Neem daarnaast iets met langwerkende koolhydraten, zoals een boterham of drinkyoghurt. Daarmee houd je je bloedglucosewaarde op het juiste niveau. Wacht met wegrijden tot je bloedglucosewaarde goed is.
- Neem tijdens lange autoritten elke twee uur een pauze en controleer je bloedglucosewaarde.
- Voel je tijdens het rijden een hypo aankomen? Eet of drink dan meteen iets met snelwerkende koolhydraten. Stop daarna zo snel mogelijk op een veilige plek. Meet daar je bloedglucosewaarde en stel die eventueel verder bij met langwerkende koolhydraten. Meet je bloedglucosewaarde nog een keer en rijd pas verder als die weer op een veilig niveau is.
Ik had een ernstige hypo tijdens het autorijden.
DVN hielp me met advies. Lees mijn verhaal.
Anoniem
- Scan je sensor niet tijdens het rijden. Zet je auto op een veilige plek. Het is zelfs strafbaar om iets met je telefoon te doen als je rijdt, dus doe dat vooral niet. Maar scan ook niet met je reader tijdens het rijden.
Heb je een goede aanvulling voor het stappenplan of een extra advies? Laat het ons weten!