Pittige tochten
De tochten zelf waren pittig. Gert: “De eerste dag had ik moeite met mijn balans, maar later lukte het beter.” Niets hoefde en alles mocht. Omdat de meeste deelnemers al jarenlang diabetes hebben, konden ze goed aanvoelen wat ze nodig hadden tijdens die challenge. Zo koos Gert er de tweede dag voor om in het hotel te blijven. “Mijn vrouw en ik hebben toen die ochtend de groep uitgezwaaid en gingen daarna terug naar bed. Van zo’n dagje uitrusten kun je ook enorm genieten.”
John zorgde als reisleider voor een bevriende Kosovaarse arts bij eventuele problemen. “Eén deelnemer had steeds hele hoge waarden, wel tot 28 mmol/l. Dan is het fijn om de arts te kunnen spreken. Hij liep ook twee dagen met ons mee voor support en was altijd beschikbaar voor overleg.”
Gert: “Dat was fantastisch. Op een gegeven moment zat ik er flink doorheen, want je loopt over kleine geitenpaadjes en het is vooral veel klimmen en klauteren. Toen liep hij met me op en op mijn uiterste inspanning bereikten we samen de top.”
Dagje uitrusten
Het waren voor de lopers pittige wandeldagen. Ze liepen vijf dagen en elke dag beklommen ze een andere berg, de meesten van zo rond de 2000 meter hoogte. Het was mogelijk om een dag te skippen en bij het prachtige bergchalet te verblijven en rust te nemen. John: “Het was geen moeten, zelfs onderweg kon je nog stoppen, dan wachtte je gewoon bij een meertje, herdershut of andere opvallende locatie, tot we terugkwamen. Genoeg te zien.”
We maakten spannende momenten mee
Ruig gebied
Via een buddysysteem was er extra zorg voor elkaar. Gert: “Mijn vrouw was mijn buddy, omdat zij mij en mijn diabetes het beste kent. Al weet John ook vaak hoe het met mij gesteld is. We kennen elkaar door en door.” Verder maakten ze groepjes, zodat ieder zijn eigen tempo kon aanhouden. “Iedereen reageert weer anders op de inspanning, en dat ligt ook aan welke vorm van diabetes je hebt.”
John: “Het is allemaal buitengewoon goed gegaan. Al maakten we ook spannende momenten mee. Zo kwamen we een keer in een wolk terecht en hadden we maar twee meter zicht. Het is een erg ruig gebied, en zonder zicht kun je zo in een ravijn storten. Een ervaren gids is erg belangrijk en die was er ook elke dag bij.”
Euforisch moment
Het mooiste moment vinden de twee de laatste dag. Nog geen enkele dag was de groep als geheel bovenop de top aangekomen. Maar die dag wel. Een euforisch moment. John: “Die dag zijn we extra vroeg vertrokken en namen alle tijd. Zo kon iedereen op zijn of haar eigen tempo mee naar boven. We beklommen de Gjeravica-berg, de hoogste van de Balkan met 2659 meter hoogte. Met elkaar op die top staan, was een geweldig moment.”
Gert: “Die laatste dag werd ik echt naar boven geholpen door een jonger lid van de groep. Deze tocht heeft me een mooie ervaring gegeven. Ik voel me ook fitter en sterker. Op je 72ste door een woest berggebied wandelen waar beren en slangen wonen, doet iets met je. Al zagen we alleen de berepoep!”
Of zoals John het ervaart: “Als ik loop raakt mijn hoofd steeds leger, je hebt geen haast en ervaart diepe rust. Hoe dieper de bergen in en hoe verder van huis, hoe dichter je bij je ziel komt.” Nu hij bijna met pensioen gaat heeft hij tijd om meerdere tochten te organiseren. “In Kosova, maar ook elders. We lopen ook weekenden in de Ardennen of oefenen in Limburg en Brabant. En wie wil kan gerust aansluiten. We oefenen geregeld in eigen land. Iedereen is welkom.”
Voor meer informatie over de wandelingen:
Instagram: @johnleenheertrekking
Dit artikel is gepubliceerd in Diabc nummer 2, 2023