Wij zijn een echt suikerstelletje
Albert en Irene zijn blij dat ze allebei diabetes hebben. Zonder hun aandoening hadden zij elkaar nooit ontmoet. Ze zeggen het met een knipoog, maar voelen zich toch erg gesteund door elkaar.

Het was tijdens het 50-jarig bestaan van DVN-afdeling Tilburg dat Albert een oogje liet vallen op Irene. Beiden waren al zeer actief voor DVN als vrijwilliger en bestuurslid. Albert: “Irene liep naar de auto en ik hielp haar met het sjouwen van de spullen, we hadden gelijk een klik. Daarna hebben we nog eens afgesproken en zo is het gegroeid.”
Inmiddels is het stel alweer ruim tien jaar getrouwd. Hoewel ze allebei insuline gebruiken en weleens een hypo hebben, letten ze niet extra op elkaar. “We geven elkaar juist veel ruimte en zijn allebei verantwoordelijk voor ons eigen proces”, zegt Albert. Irene vult lachend aan: “We hebben elkaar nog nooit geprikt. Wel zeg ik het soms als ik merk dat hij te laag zit, maar verder niet.” Albert: “Je hebt het natuurlijk veel sneller door omdat je er zelf ervaring mee hebt. Soms loop ik al naar de vriezer voor een ijsje voordat Irene zelf doorheeft dat ze te laag zit in haar waarden.”
Het grootste verschil tussen de twee is dat de diabetes van Alberts lastig te voorspellen en in te stellen is, terwijl Irene daar minder problemen mee heeft. Maar zij kampt weer met Multiple Sclerose (MS), wat veel minder hanteerbaar is dan haar diabetes, zegt ze. Voor Albert was het vanaf dag één duidelijk dat hij het naadje van de kous wilde weten. “Ik heb me direct verdiept in deze aandoening. Toen ik nog als leraar werkte, gaf mijn schoolbestuur me hier zelfs vrij voor: ik bezocht weekenden en diabetescursussen. En heb ongelooflijk veel opgestoken van de mensen bij DVN, vooral de onlangs overleden Jeroen Doorenbos had veel gouden tips. Hij was fantastisch.”
Voor Irene duurde het langer voordat zij meer wilde weten van haar ziekte. “Ik was 17, deed havo-examen en heb er lange tijd niets van willen weten. Helaas, want met wat ik nu weet had ik veel eerder zorgvuldig moeten omgaan met mijn diabetes. Daarbij ontwikkelde ik een eetstoornis, mede door de diabetes. Pas toen ik wat ouder werd ben ik me actief erin gaan verdiepen en na het volgen van alle cursussen ben ik zelf trainingen gaan geven. Dat gaf me veel vervulling: ik kreeg daar meer waardering dan op mijn werk. Van al die kennis hebben we allebei nog dagelijks profijt.”
Beiden zien veel meerwaarde in het delen van ik-verhalen en ervaringen. Ze zijn actieve organisatoren van lotgenotengroepen in regio Peel & Kempen. Irene heeft inmiddels haar aandacht verplaatst naar mensen met MS. “De ziekte is anders, maar het uitwisselen van verhalen is nog even helend. Door met elkaar te praten zonder professional vind je erkenning, herkenning en je voelt geen oordelen. Dat is zo fijn.”
Voor Albert zijn het niet alleen de emotionele kanten van de lotgenotengroepen die hem aanspreken, maar juist ook de praktische: “We wisselen tips uit over welke hotels fijn zijn voor mensen met een rolstoel bijvoorbeeld. Zo help je elkaar om sterker te worden. En je kunt er dus ook de liefde vinden, zoals wij. We zijn echt een suikerstelletje.”
Naam: Albert (71) en Irene (57)
Privé: ze hebben elkaar ontmoet op een bijeenkomst van DVN, Albert werkte tot zijn pensioen als basisschoolleraar en Irene als secretaresse. Zijn zeer actief in het organiseren van lotgenotenbijeenkomsten
Diabetes: Irene heeft sinds haar 17de diabetes type 1 en gebruikt de insulinepen, Albert heeft sinds zijn 45ste diabetes type 1 en gebruikt een insulinepomp
Dit interview is gepubliceerd in Diabc magazine, editie 6, december 2021