Wendel Loos, moeder van de destijds 15-jarige Matthijs, moest toezien hoe haar zoon tijdens een vakantie in Nepal doodziek werd door een gemiste diabetesdiagnose in Nederland. Een bewogen tijd waarin Matthijs op de grens van leven en dood balanceerde.
Wendel Loos, moeder van de destijds 15-jarige Matthijs, moest toezien hoe haar zoon tijdens een vakantie in Nepal doodziek werd door een gemiste diabetesdiagnose in Nederland. Een bewogen tijd waarin Matthijs op de grens van leven en dood balanceerde.
Of het erg is dat ze misschien emotioneel wordt, vraagt Wendel aan het begin van het interview. De moeder van Matthijs schiet op sommige momenten nog steeds vol als ze vertelt over de verre vakantie die haar enig kind bijna het leven kostte. Oorzaak: een gemiste diabetesdiagnose in Nederland.
“Ik kan idiote voorvallen vertellen over ons verblijf in Nepal”, zegt ze. “Maar het wordt me nog steeds teveel als ik denk aan hoe het Matthijs die periode verging.”
Als je diabetes hebt, wil je eigenlijk maar één ding: zo ‘normaal’ mogelijk leven. Goede zorg, je rijbewijs verlengen en je verzekeren zonder gediscrimineerd te worden vanwege je diabetes. Diabetesvereniging Nederland zorgt er al sinds 1945 voor dat mensen met diabetes krijgen waar ze recht op hebben. Help ons!
We schrijven december 2019 als het Betuwse gezin Loos – moeder Wendel, vader Paul en zoon Matthijs – bepakt en bezakt is om met Pauls broer en diens vrouw af te reizen voor een vakantie naar Nepal.
Met Matthijs ging ze nog wel naar de huisarts. “Hij was wat narrig, dronk veel en viel ook af. Wij zijn geen mauwerds, gaan niet voor elk wissewasje naar de dokter. Maar we wilden dingen met het oog op de reis uitsluiten. Zelf vermoedde ik diabetes, Matthijs had die typische symptomen. Uit de vingerprik bleek niets. Later bleek dat het formulier voor het bloedprikken niet was aangevinkt voor HbA1c toen hij in het ziekenhuis bloed moest laten afnemen. De diagnose werd daardoor compleet gemist.”
In Nepal – het gezelschap reisde bij aankomst in Kathmandu door naar Pokhara – was Matthijs niet lekker, vertelt Wendel. “Hij moest voortdurend overgeven. We zouden een tocht maken naar het Annapurna Gebergte. Ik dacht nog: “Niet zeuren, de schouders recht, een banaan erin en gaan.” Maar mijn schoonzus zei: “Pubers mauwen niet. Er is iets aan de hand’.”
Vanaf dat moment verging het Matthijs almaar slechter. Een lokale dokter adviseerde ‘veel sapjes’. “Maar Matthijs viel steeds weg”, zegt Wendel. “Besloten werd hem weer naar de dokter te brengen. De hotelmanager heeft hem toen op zijn rug de trap af gesjouwd. Nee, diabetes kwam niet meer in me op. Die optie was weggestreept in Nederland.”
“De arts in het ziekenhuis in Kathmandu had zich in de Verenigde Staten in vaatziekten en diabetes bekwaamd. Hij behandelde ook de president van Nepal, die ook diabetes heeft. Dat stelde gerust.”
“Toen de arts daar Matthijs prikte bleek zijn bloedglucosewaarde véél te hoog. Hij was er verschrikkelijk aan toe. Hij moest zo snel mogelijk naar een ziekenhuis waar gedoseerd per infuus insuline kon worden toegediend.”
Wendel: “Je voelt je als ouder volstrekt machteloos, want je weet dat het leven daar niet maakbaar is. Ik kon wel tekeer gaan tegen alle primitieve toestanden, maar dacht tegelijk: ook in Nepal worden mensen beter.”
In het kinderziekenhuis sliepen Wendel en Paul afwisselend naast Matthijs, die (acht kilo) enorm was afgevallen. Artsen waren in winterjassen gekleed bij gebrek aan verwarming. Het menu vermeldde hoofdzakelijk eieren, naan brood en wat komkommer, opgediend in de krant van de vorige dag. Thee werd geserveerd met scheppen suiker.
Wil je meer weten over jouw diabetes? En lees je graag ervaringen van lotgenoten? Word lid en ontvang het blad 6x per jaar in je bus!
“Voor Paul en mij was het afzien. We sliepen en aten nauwelijks. Tot mijn schoonzus en zwager zeiden: ‘Nu gaan jullie voor jezelf zorgen. Als jullie omvallen heeft het kind niemand meer…’ Tegen het doorliggen kocht Paul een luchtbedje. Dat hebben we in het ziekenhuis achtergelaten en zijn daar uitvoerig voor bedankt.”
Uiteindelijk werd Matthijs met een helikopter van Pokara naar Kathmandu gebracht. Wendel: “In z’n stinkende pyjamaatje, want douchen was niet mogelijk.” De arts in het ziekenhuis in Kathmandu had zich in de Verenigde Staten in vaatziekten en diabetes bekwaamd. Hij behandelde ook de president van Nepal, zelf eveneens een diabetespatiënt. Dat stelde gerust.
Matthijs was inmiddels behoorlijk opgeknapt. Hij had inmiddels zelf leren prikken, at lekker Thais van een restaurant aan de overkant en keek naar enorme tv op z’n kamer. “Er kwam eindelijk weer vlees op de botten, hij had zó’n mager bekkie.”
Voor de reis terug naar Nederland (de zorgverzekeraar had voor businessclasstickets gezorgd) werd een verpleger ingevlogen. “En zo’n rode tas met een wit kruis erop opent deuren hoor.”
De zorgverleners in Nepal, zegt Wendel, hebben alles gedaan binnen hun mogelijkheden om Matthijs beter te maken. “Maar het was een traumatische ervaring, uiteraard in de eerste plaats voor Matthijs. Hij heeft echt tussen leven en dood gezweefd. Maar nooit: ik ben zielig. Bewonderenswaardig. Zelf merk ik wel dat mijn onbevangenheid is verdwenen.”
“We hebben er, eenmaal terug, geen zaak van gemaakt. De huisarts trok het boetekleed aan en verontschuldigde zich oprecht. Sindsdien is het protocol aangepast om dergelijke fouten uit te sluiten. En Matthijs? Die wilde bij thuiskomst alweer meteen naar school.”
Matthijs stond met zijn verhaal in Diabc 5, 2024. Lees hier zijn hele verhaal.
Voluit leven met diabetes. Dat is waar Diabetesvereniging Nederland voor staat. Samen zetten we ons in voor goede zorg en een beter leven voor alle mensen met diabetes.
Schrijf je in met je e-mailadres en ontvang nieuws en updates
Nieuwsbrief