Welke insuline gebruik je?

Welke insuline je gaat spuiten is afhankelijk van je bloedglucosewaarden. Je arts of je diabetesverpleegkundige vertelt je hoe vaak je insuline toedient en hoeveel eenheden. Welk merk insuline je gaat gebruiken is ook afhankelijk van je verzekeraar en het preferentiebeleid voor medicijnen.

In de dagen en weken na de start worden je waarden gevolgd en kan er bijgesteld worden. Na verloop van tijd kun je vaak op basis van je ervaring en je metingen zelf de dosering aanpassen. Afstemmen met je behandelaar kan bij twijfel natuurlijk altijd.

Insuline spuiten met een insulinepen

Met een insulinepen spuit je met een naaldje insuline onder de huid en dan komt het in het bloed, zodat je lichaam het kan gebruiken.

• Was je altijd eerst je handen.
• Plaats een nieuw naaldje op de pen.
• Is de insuline troebel, beweeg hem ongeveer twintig keer rustig heen en weer, totdat er een ‘egale’ insuline ontstaat. Niet schudden!
• Spuit met één à twee eenheden de lucht in de naald weg.
• Stel de hoeveelheid insuline in en controleer dit nogmaals.
• Plaats de pen loodrecht op de huid. Zo kun je nauwkeurig bepalen waar de insuline terechtkomt. Een huidplooi vastpakken is niet nodig.
• Houd de pen met de hand vast en druk met de duim op de knop. Houd de naald zo stil mogelijk, om alle insuline in het lichaam terecht te laten komen.
• Laat het naaldje na het spuiten altijd nog minimaal tien seconden in de huid zitten.
• Lekt er nog wat insuline nadat de pen is teruggetrokken, houd dan je glucosewaarden in de gaten.
• Vervang het naaldje na iedere prikbeurt. Dit voorkomt huidschade en het is minder pijnlijk.

Op welke plek moet ik insuline spuiten?

Welke plaats voor jou het best is, is onder andere afhankelijk van welke insuline je gebruikt. Overleg het met je diabetesverpleegkundige of praktijkondersteuner. Vaak spuiten mensen in billen, armen, bovenbenen of buik. Prik niet in de spieren, want dan wordt de insuline te snel opgenomen en werkt hij korter. Ook is het pijnlijker en je krijgt er blauwe plekken van. Tip: wissel je spuitplaatsen af, zo voorkom je littekenweefsel en spuitplekken.

Insuline toedienen met een insulinepomp

Mensen met diabetes die minimaal 4x per dag insuline moeten toedienen kiezen vaak voor een insulinepomp. Een insulinepomp geeft voortdurend kleine hoeveelheden insuline af. Ga je eten of bewegen of moet je zelf een beetje bijstellen, dan kun je ook grotere hoeveelheden toedienen.

Gebruik je een insulinepen maar wil je misschien een insulinepomp gaan gebruiken? Bekijk dan wat de voor- en nadelen zijn van een pomp en hoe het werkt in het artikel Hoe werkt een insulinepomp?

Hoe bewaar ik insuline?

• Bewaar insuline koel, maar vorstvrij, bijvoorbeeld in de koelkast. Liever niet bovenin en niet tegen de achterwand.
• Als de insuline is aangebroken, bewaar je hem op kamertemperatuur. Gebruik een aangebroken insulinepatroon binnen vier weken.
• Bewaar insuline altijd buiten direct zonlicht.

Kan ik zelf het merk insuline kiezen?

Jouw zorgverzekeraar geeft aan welk merk insuline wordt vergoed. Sinds 1 januari 2021 gebruiken zorgverzekeraars een preferentiebeleid op kortwerkende insuline. Voor mensen met diabetes die insuline Aspart of Lispro gebruiken kan dit een overstap naar een andere insuline betekenen.

Check op Medicijnkosten.nl welke verzekeraars jouw medicatie vergoeden en welke voorwaarden er zijn.

Wat is preferentiebeleid?

Kijk voor meer uitleg over het preferentiebeleid op Jij en het preferentiebeleid of download het stappenplan preferentiebeleid insuline. De antwoorden op de meest gestelde vragen over het preferentiebeleid geven je ook veel inzicht en antwoorden.

Diabetes type 2 en insuline

Soms lukt het bij diabetes type 2 niet om de bloedglucosewaarden goed te krijgen. Dan kan het zijn dat je ook insuline gaat gebruiken. De Keuzehulp op Thuisarts.nl geeft meer informatie over de verschillende medicijnen bij diabetes type 2. Kijk ook bij medicijnen bij diabetes type 2.

Hoe wordt insuline gemaakt?

Voor kinderen (maar ook interessant voor volwassenen) maakte Mario dit filmpje over het maken van insuline.