Diabetesvereniging Nederland

Sla het menu over
  • Contact
  • Informatie voor
  • Over DVN
  • Inloggen
help mee

Tijdens en na de bevalling

Negen maanden hebben jullie hier naartoe geleefd: de bevalling. Waar moet je rekening mee houden tijdens de bevalling? Wat gebeurt er met je diabetes, als je baby geboren is?

Je bevalt in het ziekenhuis. Veel vrouwen met diabetes krijgen een grote baby door te hoge bloedglucosewaarden tijdens de zwangerschap. De bevalling wordt daarom meestal in week 38 of week 39 ingeleid. Dan groeit je baby niet nog groter. Verder heb je meer kans op een keizersnee.

Bespreek voor de bevalling met je diabetesverpleegkundige hoe je jouw waardes controleert tijdens de bevalling. Neem in elk geval je bloedglucosemeter mee en iets om hypo’s mee weg te werken.

Na de bevalling

Vlak na de geboorte wordt de glucose van je baby gemeten. Na 8 uur gebeurt dit in ieder geval nog een keer. Het is belangrijk dat deze waardes niet te laag zijn, zodat je kind geen hypo krijgt.

Is de eerste waarde lager dan 2,6 mmol/l, dan krijgt je baby bijvoeding. Verder kun je gewoon borstvoeding geven, als je dat wilt. Vind je het niet prettig als je baby kunstvoeding krijgt, dan kun je overwegen om al voor de geboorte een voorraadje moedermelk aan te leggen. Kenniscentrum Borstvoeding heeft daarover meer informatie.

Tips voor de kraamtijd en daarna

Tip 1: Zorg dat je niet zo goed bent ingesteld

Zeker in de eerste drie maanden na de bevalling is het verstandig je bloedglucosewaarden hoger te houden. Overleg met je behandelaar hoe hoog. Door hormonale schommelingen heb je een grote kans op hypo’s. Ook borstvoeding geven verlaagt je bloedglucosewaarden. Voorkom een hypo terwijl je je baby verzorgt.

Tip 2: Begin later met werken

In de praktijk blijkt dat de herstelperiode langer duurt dan bij vrouwen zonder diabetes. Bespreek met je werkgever of je je werkzaamheden geleidelijk kunt oppakken. Eerst een paar uurtjes per dag en na een tijdje weer volledig.

Tip 3: Bij zwangerschapsdiabetes: laat jezelf ieder jaar testen

De helft van de vrouwen met zwangerschapsdiabetes krijgt diabetes type 2.

Borstvoeding geven

Je kunt prima borstvoeding geven. Wel heb je kans op een snelle daling van je bloedglucosewaarden, met een hypo tot gevolg. Zorg dus dat je eten in de buurt hebt als je voedt, of neem een beker melk. Blijf bij diabetes type 2 insuline spuiten als je borstvoeding geeft. Je kan weer tabletten gebruiken als je geen borstvoeding meer geeft.

Zeker in de eerste drie maanden na de bevalling is het verstandig je bloedglucosewaarden hoger te houden.

 

Help mee

Help mee

Wil je iets doen voor de Diabetesvereniging Nederland? Bekijk de mogelijkheden of meld je aan als lid.

Word lid

Samen voor betere zorg en bredere vergoedingWant diabetes heb je niet alleen.
WORD LID